Wielerpraat


Drie onderwerpen zijn altijd goed voor een prettig gesprek met wielerliefhebbers: wat is de beste fietst, wie is de beste renner en wat is het beste boek over wielrennen. Voeg hier de fascinatie voor lijstjes van de wielerfan aan toe en je verzandt al snel in een labyrint van argumenten, waarbij de wetten van de klassieke retorica met voeten worden getreden, krampachtige schijnformules worden gehanteerd om tot ordening en hiërarchie te komen en ratio en emotie alle kanten opschieten. Dit alles natuurlijk doorspekt met vette termen uit het voor oningewijden volstrekt onbegrijpelijke wielerjargon

De discussies over de beste fiets leiden al snel tot sektarische gesprekken over materiaalkeuze: van de staal socio’s naar de aluminium afficionados en van de carbon crew naar de titanium tribe. Hierbij komen de gewicht freaks al snel tegenover de merken fetisjisten te staan. Doe hier een scheutje onvervalste nationale sentimenten bij (Italiaanse passie, Japanse precisie, Duitse degelijkheid, Hollandse trots) en een onschuldig bedoelde opmerking als “waar rij jij nu op?” kan al snel leiden tot een op hoge toon gevoerde argumentatie over de enig juiste fietskeuze. Hoe ver je kan gaan in je zoektocht naar de beste fiets wordt treffend beschreven in het boek “It’s all about the bike - the pursuit of happiness on two wheels” door Robbert Penn: een rollende queeste over de hele wereld, op zoek naar de beste onderdelen om de beste fiets samen te stellen. De schrijver geeft gelijktijdig een overzicht van de ontwikkeling van de racefiets en vindt zijn geluk op zijn eigen “custom” fiets. Maar of dit ook de beste is? Daar is het laatste woord gelukkig nog niet over uitgesproken.

De hele discussie over de beste renner is natuurlijk volledig vertroebeld door het fenomeen doping. In het verre wielerverleden werd er nog schaapachtig gegniffeld bij  eventuele verdachtmakingen van wielerhelden met imposante zegenreeksen. En nog niet zo lang geleden werd het boek met de profetische titel “It’s not about the bike” van Lance Armstong door velen beschouwd als de heilige graal voor kankergenezing en echte sportbeleving. Maar met de onthullingen van de afgelopen jaren, maanden, weken en zelfs dagen blijft elk klassement nog steeds verdacht en dragen nieuwe uitslagenlijsten van reeds jaren geleden verreden koersen echt niet bij tot een zuivere rangschikking. De discussie over de beste renner aller tijden zal ongetwijfeld weer losbarsten in de vele publicaties en programma’s rondom de komende 100e editie van de Tour de France. Uiteraard zullen daarbij vele wielerliefhebbers die zich sportjournalist noemen ook weer hun bijdrage leveren.

Toch zijn er maar weinig van deze verslagen die bij al dat verbale wielergeweld overeind blijven. Daarvoor moet de wielerfan terugvallen op diegenen die echt een verhaal te vertellen hebben. En dan komt het gesprek natuurlijk al gauw op het beste wielerboek. Ook hier komen er weer talrijke lijstjes tevoorschijn. Het is daarbij opvallend dat het niet de wielerjournalisten zijn die daarbij het vaakst genoemd worden, maar echte schrijvers en de echte renners. De heroïek van het wielrennen biedt ondanks alle randverschijnselen nog steeds meer dan genoeg inspiratie voor schitterende wielerverhalen. De discussie over welk boek dan het beste is leidt uiteindelijk altijd tot het aanraden van een nieuw wielerboek dat toch echt ook gelezen moeten worden.

Veel tijd om te lezen of ruimte voor discussie over welk onderwerp dan ook was er overigens niet afgelopen zondag tijdens de groepstraining van Team Over the Hill: er moesten kilometers gemaakt worden! De junioren van het team hadden studie verplichtingen waardoor de oude knoesten een onderling Vaderdag rondje konden maken. Vanuit het Eindhovense werd een mooie lus gemaakt naar Den Bosch, Heusden en via de Drunense duinen weer terug naar de Aalsterweg. Een mooie rit door het Brabantse land waarbij voor iedereen zicht- en voor een enkeling ook voelbaar werd dat veel trainen echt helpt om soepel 130 kilometer in een mooi tempo weg te zetten. De spectaculaire dubbele klapband van Maarten was de enige onderbreking deze middag (los van de korte terrasstop die we nu wel durfden te houden omdat Hans er niet bij was). Vaderdag werd in perfecte stijl afgesloten met een Bourgondische BBQ in de fraaie tuin van Bas en Carine. Een betere motivatie voor de volgende groepstraining op 30 juni in Rotterdam kan ik mij niet voorstellen.     

Mogelijk kan daarvoor nog inspiratie worden gevonden uit onderstaand lijstje. Hoewel ik nu niet direct diepgravende literaire analyses van mijn teamgenoten verwacht bij deze mijn persoonlijke wielerboeken Top 10: 
  1. De Renner – Tim Krabbe
  2. De kampioen van Colombia – Gabriel Garcia Marquez
  3. Wij waren allemaal goden, de tour van 1948 – Benjo Maso
  4. Van Santander naar Santander – Peter Winnen
  5. De Ronde van Italie – Dino Buzzati
  6. Fausto Coppi, een heldenleven – Martin Ros
  7.  Racing through the dark – David Millar
  8. De man en zijn fiets – Wilfried de Jong
  9. The secret race – Taylor Hamilton
  10. Hoofdstuk 3 “De Ronde van Frankrijk” uit De helaasheid der dingen – Dimitri Verhulst (hors concours!)

Uiteraard sta ik open voor jullie aanvullingen, maar dan wel graag met goede argumenten ; -). Met stip heeft zich recentelijk op plaats 11 “Ventoux” van Bert Wagendorp gemeld: een mooie vertelling over vriendschap, fietsen en een berg. Enige gelijkenis met Team Over the Hill berust op louter toeval!  

No comments:

Post a Comment